f 26 Mei 1888. Tegenwoordig de heeren: Van IIal, Backer, Guljé, Klep, Van Dongen, De Booy, Pels Rijcken, Smits, Rombouts, Van Dam, Van Mierlo, Vreede, Heijlaerts, Marijnen en Van Aken, waarnemend voorzitter. Afwezig de heer De Man, burgemeester, wegens onge steldheid, en de heer Nelissen. De notujen der vergadering van den 12den Mei 1888 worden na voorlezing goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter verzoekt den waarnemenden secretaris voor lezing te doen van de missive van den heer A. R. Vermeulen benoemd secretaris dezer gemeente. In die missive betuigt de heer Vermeulen zijn beleefden dank aan den raad voor de eer zijner benoemingonder uitdrukking van het vertrouwen, dat de raadsleden hem steunen mogen met hunne meerdere wijsheid en ervaring. Wordt aangenomen voor kennisgeving. A. De voorzitter stelt aan de orde de beëediging van den heer A. R. Vermeulen, als gemeente-secretaris, en ver zoekt den waarnemenden secretaris hem ter vergadering binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, wordt door den heer A. R. Ver meulen de eed, voorgeschreven in art. 83 der grondwet en die in art. 100 der gemeentewet, in handen van den voorzitter afgelegd. De voorzitter verklaart alsnu den heer Vermeulen als secretaris te zijn geïnstalleerd en verzoekt hem als zoodanig 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 81