26 Mei 1888. 85 mededeeling betreffende het getal der onderwijzeressen met overeenstemt met de latere officieele opgaaf, waarop de - heer Guljé antwoordt, dat de eerste toch de grondslag van zijn betoog is geweest. Verder wordt voorschreven missive aangenomen voor kennisgeving. 7°. Adres van de weduwe G. Camesi Co., aannemers van den bouw der kerk van O. L. V. Hemelvaart, dato 22 Mei 1888, strekkende om uit de Singelgracht zand te mogen baggeren tot ophooging van het bouwterrein. De voorzitter doet voorlezen het dienaangaande ontvangen advies van den gemeente-architect, waarbij deze in overweging geeft om aan verzoekster vergunning te verleenen tot het baggeren van zand uit de Singelgrachten, onder de voor waarden, dat het baggeren geschiede op door den architect aan te wijzen plaatsen en dat voor eiken kub. meter gebag gerd zand tien cent betaald worde. De voorzitter vraagt, of de raad er zich mede kan ver eenigen op de aangeduide voorwaarden het verzoek van de wed. Camesi Co. in 'te wiliigen. Zonder hoofdelijke oproeping wordt hiertoe besloten. De voorzitter deelt mede, dat van eenige ingezetenen zijn ingekomen bezwaarschriften tegen hunnen aanslag in den hoofdelijken omslag over 1887. Wordt besloten die bezwaarschriften te behandelen in geheime zitting. 8°. Missive van de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs, dato 25 Mei 1888, houdende aanbeveling, om den heer M. G. van Necktijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool, en den heer J. M. Acket, tijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool en de burgeravondschool alhier, definitief aan te stellen in genoemde betrekkingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 85