9 Juni 1888. 95 »Zij zijn eveneens aan dezelfde schooltucht onderworpen als de overige leerlingen." De voorzitter vraagt, of de wijziging der artikelen 10 en 18, alinea 2, zooals die door curatoren van het Gymna sium is voorgesteld, kan worden goedgekeurd, welke goed keuring zonder hoofdelijke omvraag, verleend wordt. Daarna wordt door hem in stemming gebracht de inlassching van het voorschreven nieuw artikelna artikel 21en het bepalen van het schoolgeldook voor toehoordersop 100 waarvan de uitslag is, dat beide punten worden aangenomen met algemeene stemmen, uitgezonderd die van den heer De Booy, die zich uitdrukkelijk tegen de goedkeuring van het schoolgeld verklaart, op grond, dat er strijd is over de vraag, of wel 100 schoolgeld kan geheven worden voor toehoorders, waardoor de raad gevaar loopt zijne bevoegdheid te buiten te gaan. Verder wordt, op voorstel van den heer Rombouts, besloten ten eerste, om achter het woord »leerling" in de ver schillende artikelen van het besluit tot het heffen van schoolgeld op het Gymnasium alhier te laten volgen het woord »of toehoorder;" ten tweede, om aan dat besluit toe te voegen Art. 5. Het besluit van den raad dezer gemeente tot het heffen van schoolgeld op het Gymnasium te Breda, vastgesteld den löden Januari 1886 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 17den Maart 1886, N°. 12, wordt ingetrokken, te rekenen met 1 September 1888. ten derde, om achter het woord «leerlingen" in de verschillende artikelen van de verordening op de invordering van schoolgeld op het Gymnasium te Breda te laten volgen het woord »of toehoorders - ten vierde, om aan die verordening toe te voegen: Art. 7. De verordening op de invordering van schoolgeld op het Gymnasium te Breda, vastgesteld den 16den Januari 1886, wordt ingetrokken, te rekenen met 1 September 1888.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 95