96 9 Juni 1888. 2°. Voorstel van den heer Marijnen tot openbare aanbe steding van het onderhoud der gemeentewerken. De voorzitter stelt voor, de daarvan aanwezige stukken met het ingekomen advies van den gemeente-bouwkundige, dato 6 Juni 1888, N". 5, strekkende om het aanbesteden van de onderhoudswerken te ontraden, bij de leden te laten circuleeren. De heer Marijnen drukt zijne verwondering uit, dat zijn voorstel, dat hij reeds 10 maanden geleden heeft ingediend, zooveel vertraging ondervindt, en nu eerst weer een ant woord van den architect is moeten afgewacht worden. De voorzitter zegt, dat de architect vele andere werk zaamheden heeft en het nu een nieuw schrijven geldt, dat diende te circuleeren. De heer Marijnen vraagt, hoe het gaan zal met de mogelijke aanbesteding van het onderhoud in het 2de half jaar, als vóór dien tijd geen besluit genomen is. De heer Nelissen doet opmerken, dat van openbare aan besteding vóór 1 Juli geen spraak meer zijn kan en dus noodzakelijk op denzelfden voet als nu zal moeten voort- gewerkt worden. De heer Guljé verklaart, dat in dit punt voorzien is. De heer Marijnen verlangt, dat de stukken ter vissie worden gelegd. De heer Van Mierlo wenscht overlegging der bestekken, die van andere gemeenten ontvangen zijnwelke wensch uitdrukkelijk wordt aangedrongen door den heer De Booy, waarna zonder hoofdelijke oproeping besloten wordt de stukken bij de leden te laten circuleeren. 3a. Adres van Jan Bogaerts te Breda, dato 8 Juni 1888, nader toelichtende zijn vroeger adres, strekkende om 's raads meening te doen kennen tot aankoop van gemeentegrond naast sConcordia". De heer De Booyhet woord gevraagd en bekomen heb bende, zegt, dat 14 dagen geleden het adres is ingekomen; dat hij geen partij in de zaak is en alleen het gemeente-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 96