106 13 Juli 1889. De voorzitter geeft daarop te kennendat zal getracht worden aan den wensch van den' heer Nelissen te gemoet te komen. 9°. Missive van heeren regenten van het Oude-mannen- huis alhier, dato 6 Juli 1889, n°. 202, waarbij machtiging wordt verzocht om tot het doen van verbeteringen en ver anderingen in het gesticht, welke reeds door Gedeputeerde Staten dezer provincie zijn goedgekeurdbuiten en boven de begrooting voor 1889, eene uitgaaf te mogen doen van ƒ2478,48, van welke uitgaaf mede verantwoording zal plaats hebben. De voorzitter vraagt, of de raad geen bezwaar heeft dit verzoek in te willigen? Niemand der leden eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten de gevraagde machtiging te verleenen. 10°. Namens burgemeester en wethouders wordt dooi den voorzitter voorgesteld om het volgende te verkoopen: a. Een stel brandspuiten, bestaande in: 1 zuigpomp; 1 perspomp; 1 gedeeltelijk koperen en overigens lederen zuigslang, lang 2,20 M.; 1 gedeeltelijk koperen en overigens lederen zuigslanglang 2,50 M.; 1 gedeeltelik koperen en overigens lederen zuigslang lang 2,50 M.; 1 koperen leut. b. Een stel brandspuitenbestaande in 1 zuigpomp; 1 perspomp; 1 gedeeltelijk koperen en overigens lederen zuigslang, lang 4,70 M.; 1 gedeeltelijk koperen en overigens lederen zuigslang, lang 1,60 M.;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 106