13 Juli 1889. 109 kennis gesteld en daarop wordt alsnu nog antwoord in gewacht. De heer Van Mierlo beweert, tegenover het gevoelen van den heer De Booy, dat de commissie gebleven is binnen de perken harer opdracht. Waarom vraagt spreker is de commissie benoemd Omdat er een adres was van de Groote Sociëteit om de huur te verlengen. Toen is door den heer Pels Rijcken er op gewezen, dat het bestaand gebouw, dat het park ontsiert, niet kon blijven bestaan, waarop door den raad mede is beslotendat de commissie de zaak, overeenkomstig het denkbeeld van den heer Pels Rijcken, zal hebben te overwegen. Hiermede in verband nu is overleg gehouden met den heer Rosseels. De quaestie aan wien dat gebouw zal verhuurd of door wien het zal geëxploiteerd worden, is hangende gebleven. Nadat de voorzitter als zijne meening heeft te kennen gegevendat deze wederzijdsche beschouwingen in den stand der zaak tot niets kunnen leidenwenscht de heer De Booy van den heer Van Mierlo te vernemenof uit de besprekingen in de vergadering van 28 April 1888 kan worden afgeleid, dat het mandaat der commissie zoo ver gaat, om reeds teekeningen in te dienen. Spreker acht het punt, dat een paviljoen zal gesticht worden, onbeslist. De voorzitter is van oordeel, dat het der commissie niet euvel te duiden is, als zij meer gedaan heeft dan noodig is, terwijl de heer Van Mierlo antwoordt, dat hetgeen de commissie verricht heeft enkel is tot voorbereiding van 's raads beslissing. De voorzitter herhaalt daarop zijn voorstel om het rapport alsnog aan te houdenwaartoe besloten wordt. 3°. Plaatsing van meteorologische klokken. De voorzitter herinnert, dat de aanvraag strekt om drie zulke klokken in deze gemeente te plaatsen. Als staan plaatsen zouden in aanmerking kunnen komen de Veemarkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 109