1 Augustus 1889.
115
aan Wilhelmus Josephus Leonardus van Oers, winkelier,
wonende te Breda, het gedeelte van den bovengrond van
de gedempte Oudevest, gelegen achter de gebouwen en
het erf in den Beijerd, kadastraal bekend gemeente Breda,
sectie B, n°8. 1757 en 1758, ter grootte van twee en
veertig centiaren, tegen tien cent per centiare 'sjaars.
6°. Adres van mejuffrouw Hubertha Catharina Nijs
weduwe van Johannes Wilhelmus van Laarhoven, dato
30 Juli 1889, te kennen gevende, dat op den 14den Juli
1889 is overleden haar echtgenoot, in leven eerste commies
ter secretarie, afdeeling burgerlijken stand, haar en twee
minderjarige kinderen in zeer behoeftige omstandigheden
nalatende, onder aanvoering van beweegredenen ter bekoming
eener gratificatie of jaarlijksche toelage voor onderhoud.
De voorzitter vraagt, of de raad dit adres dadelijk
wenscht te behandelen.
De heer Van Aken stelt voor, om de behandeling daarvan
aan te houden tot de volgende vergadering.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7°. Namens burgemeester en wethouders wordt door
den voorzitter aangeboden de rekening dezer gemeente over
het jaar 1888 en bijlagen, bedragende
de ontvangsten406,871.95
en de uitgaven393,102.86s
zoodat zij een voordeelig slot oplevert van 13,769.085
De ontvangsten uit het legaat van dr. Van
Cooth hebben bedragen13,058.78
en de uitgaven11,101.42s
weshalve het goed slot daarvan beloopt 1,957.35s
welk saldo begrepen is in het bovengemeld voordeelig slot
der gemeente-rekening.
De voorzitter stelt voor, de rekening tot onderzoek te