1 Augustus 1889.
121
De heer Van Mierlo betoogt de noodzakelijkheid tot
heffing eener retributie, al ware het enkel tot bewijs dat
geen recht van eigendom verkregen wordt.
De voorzitter stelt de vraag: Tot welk bedrag de bespro
ken retributie zal geheven worden
De heer Vreede ondersteunt het denkbeeld door den heer
Rombouts geopperd, doch verschillende leden achten, de
daarbij voorgedragen retributie te hoog.
De heer Van Aken gewaagt van 5 per klok, alzoo voor
de drie klokken f 15 per jaar.
Hiermede kunnen zich verschillende leden vereeuigenzoo
dat de voorzitter daarvan een voorstel maakt, doch de heer
Heijlaerts acht f 5 nog te veel.
Hierop brengt de voorzitter het voorstel in stemming
waarvan de uitslag is, dat het wordt aangenomen met alge-
meene stemmen, uitgezonderd die van den heer Heijlaerts.
De voorzitter stelt alsnu voor, de stukken ter uit
voering te verzenden aan burgemeester en wethouders
en aan dezen de bepaling van het terrein tot het
plaatsen der klokken over te laten, waartoe besloten
wordt.
2°. Rapport der commissie in wier handen is gesteld het
adres van het bestuur der Groote Sociëteit te Breda, ver
zoekende de huur van het afgerasterd gedeelte van het Park
het Valkenberg, na het eindigen van den loopenden huur
termijn (ultimo Augustus 1889) te willen continueeren op
nader te stellen voorwaarden.
De voorzitter deelt mede, dat, in verband met dit rapport,
van het bestuur der Groote Sociëteit te Breda, ten gevolge
van het onderhoud dat twee bestuursleden met burgemeester
en wethouders gehad hebbenis ontvangen de missive van
27 Juli 1889, waarin voornoemd bestuur te kennen geeft,
dat het met genoegen heeft vernomendat de huur van
een gedeelte van het Valkenberg zeer waarschijnlijk nog met
een jaar zal kunnen verlengd worden; dat de voorwaarden
echter, waarop die verlenging zou moeten plaats hebben, aan