124 1 Augustus 1889. kenberg zou gesticht wordennadat twee plannen ter sprake waren gebracht, waaromtrent de heer De Booy betwijfelde, of er wel recht bestond die plannen voor te leggen, doch z. i. ten onrechte, vermits de beslissing bleef bij den raad. Intusschen was spreker van meening geweest, dat er wel eenige aandacht aan het werk der commissie zou geschonken zijn, doch de wijze van exploitatie was toen niet aan de orde. Nu blijft de vraag: zal er al of niet een gebouw komen en, zoo ja, welk plan zal gevolgd worden? Wan neer het gebouw verbonden moet worden met den water toren, waarvan spreker zich tegenstander betoont, dan kan zich de uitvoering nog lang laten wachten. Er wordt zegt spreker met 't Valkenberg te lang getobt. Waarom niet de zaak ten einde gebracht en het beginsel beslist? Spreker heeft respect voor de ingezetenen van beide partijen en heeft niets tegen de Sociëteit, maar de rechten erken nende van de geheele burgerijzou hij liever een gebouw zien opgericht in het Valkenberg, dat meer toegankelijk is voor het publieken b. v. aan de subsidie ten behoeve van het muziekkorps der dd. schutterij de voorwaarde verbonden zien, om op geregelde tijden muziek te maken in het Val kenberg. Wat de opmerking betreft omtrent vergaderingen enz., dit argument gaat volgens spreker niet op. Ten slotte zou spreker wel wenschen dat de heer Nelissen, die vroeger dit punt besprakhet voorstel deedom het beginsel uit te maken. De voorzitterna te hebben opgemerktdat eenvoudig aan de orde is om de huur voor een jaar te verlengen, kan niet ontveinzen, dat het bestaan eener vereeniging als de Sociëteit op de belangen van Breda wel van eenigen invloed is. Van de feesten en muziekuitvoeringen kan toch ieder burger genieten, terwijl, wanneer het verblijf hun veraangenaamd wordt, zich gaarne gepensionneerden alhier vestigen. Wat de quaestie van den watertoren betreft, deze hangt af van de beslissing van den Minister. De heer Van Hal wil niet den schijn op zich ladenalsof hij de gepensionneerden, die zich in deze gemeente komen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 124