24 Augustus 1889. 133 De heer Van Aken daarentegen ondersteunt liet gevoelen van den voorzitter. Hij zelf zegt spreker heeft inder tijd voorgesteld, dat de raad zich in afdeelingen tot onder zoek der begrooting zou splitsenmaar de heer Pels Rijcken kan getuigen, dat door het niet opkomen der leden de ver gadering verleden jaar moest uitgesteld worden. De heer Heijlaerts begrijpt niet, hoe de heer Van Aken dit beweren kan. Spreker is altijd in voltallige sectie-ver gaderingen tegenwoordig geweest. Hij steunt dan ook het voorstel van den heer Smits. De heer Van Aken beroept zich op den heer Pels Rijcken, die zijne mededeeling bevestigen kan. De heer Heijlaerts zegt, dat zijne opinie alleen op eigen ondervinding gegrond is. De voorzitter steunt de bewering van den heer van Aken. De heer Rombouts zegt, dat ook hij in 1888 de sectie vergaderingen heeft bijgewoond, maar ten gevolge van het te laat ontvangen van den oproepingsbrief ter vergadering, in moeielijkheid verkeerd heeft, wat ook met andere leden het geval kan zijn geweest. Spreker geeft mitsdien aan de voorzitters der sectiën in overweging, bijtijds de leden van het houden der vergaderingen kennis te geven. De voorzitter, den vorigen spreker beantwoordende, zegt, dat de gewone tijd van oproeping voor eene vergadering is 2 X 24 uren te voren. De heer De Booy begrijpt niet, waarom nu geargumen teerd wordt om van de tot dusver gevolgde wijze af te wijken. Spreker wijst op de vruchten van het sectie-onderzoek in het vorig jaar en steunt sterk het voorstel van den heer Smits. De voorzitter vraagt, of dan verlangd wordt, dat op den ouden voet zal worden voortgegaan Zonder hoofdelijke omvraag wordt daartoe besloten waarna de voorzitter verzoekt, dat zal worden over gegaan tot het vormen der afdeelingen. Door ieder lid wordt daarop een nommer getrok ken en blijktdat de afdeelingen zullen zijn samen gesteld als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 133