436
24 Augustus 1889.
spreker het beter acht terug te keeren. 't Pensioenfonds
laat eene uitkeering als gevraagd wordt niet toe en de open
bare fondsen zijn daarvoor niet bestemd.
De heer Heijlaerts kan niet ontkennen, dat de vorige
spreker recht heeft in verband rnet de Verordening, maar
de raad staat voor het feit, dat de overleden ambtenaar
36 jaren de gemeente gediend heeft en toch veel aan het
pensioenfonds heeft bijgedragen. Niet alleen in deze gemeente
zegt spreker maar ook elders bestaan precedenten
ter zake als thans in behandeling is, en hij wijst daartoe
op de nog onlangs te Tilburg toegekende subsidie aan de
weduwe- van een agent van politie. Spreker zou wenschen
aan verzoekster eene gift voor ééns toe te kennen.
De heer Pels Rijcken zegt, dat het alleen mogelijk zou
zijn aan de verzoekster iets toe te kennen als een lid van
den raad kon uitdenkenom het pensioenfonds ook dienst
baar te maken voor weduwen. Maar nu daarop geen uitzicht
bestaat, acht spreker het gevaarlijk aan eene weduwe pen
sioen te verleenen. De gemeentekas zou dan worden een
pensioenfonds voor weduwen van ambtenaren. Spreker is
tegen het toekennen van pensioen of gratificatie.
De heer De Booy herinnert aan de vroeger toegekende
toelagen in soortgelijke gevallen als nu een aan de orde is.
Spreker wijst op de veeljarige diensten door den overleden
ambtenaar aan de gemeente bewezen en meent dat het billijk
heidsgevoel medebrengt om aan verzoekster eene gratificatie
toe te kennen.
De heer Van Mierlo ontwikkelt nader zijn reeds te kennen
gegeven gevoelen.
De voorzitter doet opmerken, dat de vroeger verleende
gratificatie eene fout is geweesten is het eens met de spre
kers, die eene afwijzende beschikking op het adres voorstaan.
De heer Heijlaerts zegt, dat de heeren Pels Rijcken en
Van Mierlo gesproken hebben in den zin van het verleenen
van een pensioenmaar spreker meentdat enkel bedoeld
wordt het bekomen eener gratificatiewaaraan hij zijn steun
verleent.