3 September 1889. 143 4°. De benoeming van een ambtenaar van den burger lijken stand, in plaats van den lieer E. H. A. Guljé. Er worden weder uitgebracht 15 stemmen, waarvan ver- krijgen de heer Guljé 12 stemmen, de heer Van Aken één stem en de heer Van Hal één stemterwijl één briefje niet was ingevuld, weshalve verkozen is als ambtenaar van den burgerlijken stand dezer gemeente de heer wethouder E. H. A. Guljé, die zich deze keuze laat welgevallen. 5°. Voorziening in de vacaturen, ontstaan in commissiën, ten gevolge van de periodieke aftreding van raadsleden. De voorzitter geeft in overweging om de leden, die, bij hunne periodieke aftreding als raadsledentevens op hielden als zoodanig in verschillende commissiën zitting te hebben, thans, na hunne herkiezing, in al die commissiën als lid te bevestigen, te meer, dewijl de tijd van ver nieuwing dier commissiën nadert. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. Alsnu brengt de heer Van Mierlo namens de commissie van beheer van het Pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren en bedienden te Breda, verslag uit nopens het in handen van die commissie gestelde adres van den eervol ontslagen agent van politie eerste klasse Josephus Kornmet bijlagen, houdende verzoek om pensioen, en wel overeenkomstig de uitzondering, bedoeld in artikel 5 der pensoensverordening. Ten aanzien van laatstgenoemd punt wordt door de com missie overwogen, dat adressant niet is ontslagen wegens lichaamsgebrekendie hem voortdurend ongeschikt maken voor zijne bediening, maar, op zijn verzoek, eervol ontslag heeft bekomen zoodat hij valt in den regel van artikel 4 en/-niet in de uitzondering, genoemd in artikel 5 der pen sioensverordening, gelijk reeds in een dergelijk geval door den raad uitgemaakt is in zijne vergadering van den 16den Februari 1889. Mitsdien wordt door de commissie gead-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 143