12 October 1889. 153 geeft het adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders. De heer De Booy bejammert het, dat niet bij het maken der veranderingen aan de visehmarkt de aandacht gevestigd is op de gebrekendie thans blijken te bestaan. Voorlichting- van de meest betrokken personen had volgens spreker niet mogen ontbreken. Elke verandering zal thans de kosten verzwaren. De hardsteenen tafels zijn ondoelmatig geplaatst, terwijl zij bovendien voor het doel te zwaar en te kostbaar zijn. De voorzitter geeft hierop tot antwoord dat de zaak is gesteld geweest in handen der bouwcommissie. De heer Van Mierlo zegtdat de bouwcommissie wel geoordeeld heeft over den bouwmaar niet over de inrich ting der visehmarkt. Al de leden van den raad gaat spreker voort hebben de projecten in handen gehad zoodat ieder hunner inlichtingen had kunnen inwinnen of verstrekken. De heer Marijnen doet opmerkendat het moeielijk is iets temaken, dat ieders goedkeuring wegdraagt. Wijzende op de aangebrachte verbeteringen acht hij de gelden goed besteedte meer dewijl verschillende zaken hare waarde behouden. Spreker kan verzekerendat velen over de ver andering tevreden zijn. De heer Van Hal zal niet in retrospectieve beschouwingen treden over de visehmarkt. Alleen wil hij zeggendat hij geen leed gevoelt, dat hij tegen het plan gestemd heeft. Spreker acht het evenwel best mogelijk aan het gemaakt bezwaar tegemoet te komendoor de twee rijen banken nader bij elkander te brengen en aan den oostkant eene bank te plaatsen. Voorts wijst spreker er op, dat het hek niet aan de eischen voldoet en de sluiting hem gebleken is tot dusver gebrekkig te zijn. De heer De Booy, den heer Van Mierlo beantwoordende, doet opmerkendat de bouwcommissie in het leven is ge roepen om den raad voor te lichten, en nu meent spreker, dat die voorlichting niet enkel had moeten betreffen den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 153