164 23 November 1889. Voorts wordt in die missive medegedeeld, dat de slooten langs de blokken 27 en 28 thans niet in den afstand worden begrepen, omdat deze blokken voorloopig nog niet zullen worden verkocht, maar dat ook langs die slooten ten allen tijde voor de gemeente de grond beschikbaar is, dien zij voor verbreeding van den weg of van de sloot noodig heeft. De voorzitter licht dit onderwerp toe en is van oordeel, dat het overnemen der in de voorgelezen missive bedoelde slooten in het belang zal zijn van de gemeente, waarom hij den raad in overweging geeft zich met den inhoud dier missive te vereenigen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke om vraag besloten. 8°. Adres van M. van Sevenbergen, wonende te Breda, dato 5 November 1889, verzoekende, onder aanvoering van beweegredenen, ontheffing van de hem opgelegde boete, ten bedrage van f 230wegens het als aannemer niet op tijd onder dak hebben van de meisjesschool. De heer Klep geeft in overweging omtrent dit adres het advies in te winnen van den gemeente-architect. Ook dit was de voorzitter, naar hij verklaart, voornemens voor te stellen, waarna, overeenkomstig dit voorstel, besloten wordt. 9°. Adres van Hendrikus Luijckx, te Breda, dato 6 No vember 1889, te kennen gevende, dat hij voornemens is op een hem toebehoorend terrein, gelegen aan den weg langs de stallenkazerne, vier woningen te doen bouwen in de aan gewezen rooilijn, doch dat hij hierin belemmerd wordt door openliggenden grondin eigendom bij de gemeente en ont staan door het dempen van eene vroegere sloot; met verzoek aan hem, tegen billijken prijs, zulk een gedeelte van dien grond te willen afstaan, als blijken zal benoodigd te zijn voor het beoogde doel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 164