166
23 November 1889.
in de school voor lager onderwijs aan de Boschstraat en
in de meisjesschool voor lager en meer uitgebreid lager
onderwijs aan de Eindstraat, en dat de minste inschrijver
was J. J. Koopmans, te Breda, voor de som van 3110,
aan wien de levering, tegen borgstelling, is gegund.
2°. Op de vraag des voorzitters, of nog andere heeren
verslag hebben uit te brengen, leest de heer Heijlaerts, na
de reden te hebben doen kennen die de indiening vertraagd
hebben, het rapport voor omtrent de begrooting der plaat
selijke inkomsten en uitgaven van de gemeente Breda voor
den dienst van 1890; zijnde dit rapport het verslag der
samenkomst van de drie sectie-rapporteurs, gehouden den
14den November 1889.
Nadat dit rapport is voorgelezenbedankt de
voorzitter de commissie en inzonderheid haren rap
porteur voor het uitgebracht verslag, en stelt voor
dit ter visie te leggen voor de ledenwaartoe besloten
wordt.
C'. Aangehouden zaken
Rapport van de commissie van onderzoek der gemeente
rekening over 1888.
De voorzitter wenscht de gemaakte aanmerkingen
toe te lichten en vangt aan, naar de orde van het
rapport, met de
ONTVANGSTEN.
«Hoofdstuk II, Afdeeling III, Artikel 1 (Belasting
op de honden)."
«Van het primitief kohier, groot ƒ1707, is afgeschreven
«als oninbaar f 528.50.
»Eene dergelijke afschrijving van 30 ten honderd op het
«primitief kohier komt der commissie onverklaarbaar voor."