30 November 1889. 175 grond aan de gemeente, behoudens goedkeuring bij de wet, in eigendom over te dragen, hij daarin verhinderd wordt door de voorwaarden, welke zijn ambtgenoot voor oorlog bij eene beschikbaarstelling van dien grond voor de aan te leggen waterleiding, onmisbaar acht voor de oefeningen van het garnizoen en van het personeel der militaire academie dat onder voorbehoud van bekrachtiging der te sluiten overeenkomst door de wetgevende machtde gemeente Breda voor het beoogde doel, voor 90 jaren, tegen be taling van f 3875 in eens voor den dennenopstand op per ceel n°. 124, en verder tegen een jaarlijkschen canon van f 406 in erfpacht kan krijgen de perceelen onder Ooster hout, kadaster sectie I, n". 124, 136, 137, 138, 107 en 178 en sectie K, n's. 833 en 834, samen groot ongeveer 66 hectaren (de vier laatste omdat zij met de overige aan eengesloten liggen), en zulks op nader te regelen voor waarden, waarvan de voornaamste zijn de volgende: a. de gemeente treedt in alle verplichtingen en rechten van den Staat (waarin zijvoor zooveel noodigwordt ge- subrogeerd) tegenover de huurders van a. het perceel sectie I, n°. 178; b. de perceelen sectie I, n". 107 en sectie K, n". 833 en 834, allen tot 31 December 1895 verhuurd respectievelijk voor 10.27 en f 2.49 'sjaars, welke huur- sommen van '1 Januari 1890 af ten voordeele van de gemeente komen; c. de jacht op de in erfpacht uit te geven gronden, met die op andere domeingronden onder Oosterhouttot 30 Juni 1894 verhuurd, met dien verstande nochtans, dat alle krachtens dit huurcontract verschuldigde huurpenningen geheel ten voordeele van den Staat blijven; b. bij het einde der erfpacht mogen de gronden kaal- struik worden opgeleverdde beplantingendie zich alsdan daarop mochten bevinden zullen evenwel door den Staat tegen de taxatie van wederzijds benoemde deskundigen worden overgenomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 175