30 November 1889. 177 Na voorlezing dezer missive deelt de voorzitter verder mede, dat die missive, ter bespoediging der zaak, bereids is gesteld geworden in handen van den ingenieur Schotel die in twee achtereenvolgende brievengedagteekend Rot terdam, 27 November 1889, n°. 2511, en 28 November 1889, n°. 2519, adviseert tot aanneming van 's Ministers voorstel, behoudens samenspreking met den heer Yan Beusekom omtrent de détails. Nadat ook beide laatstgenoemde brieven zijn voorgelezen geeft de voorzitter te kennendat door burgemeester en wethouders ook nog eene mondelinge samenspreking met den heer Schotel heeft plaats gehad, en geeft vervolgens den raad in overweging om zich met de hoofdstrekking van 's Ministers aanbod te vereenigen en de stukken ter be spoediging van de zaak te verzenden aan burgemeester en wethouderstenzij de raad zegt de voorzitter anders zou wenschen. De heer Pels Rijcken herinnert, dat indertijd door den raad eene commissie benoemd is tot voorbereiding van den aanleg eener drinkwaterleiding in deze gemeente. Brengt het gebruik mede zegt spreker stukken te stellen in handen van commissiën waarbij ze behooren: ook de commissie voor de waterleiding kan niet stilzwijgend doodverklaard worden. Hij geeft mitsdien in overweging de voorgelezen missives niet aan burgemeester en wet houders, maar aan de commissie voor de waterleiding te verzenden. De voorzitter zegt in de meening verkeerd te hebben, dat het mandaat der commissie, na het laatstelijk door haar uitgebracht rapport, geëindigd was. Overigens beoogt hij met zijn voorstel niets dan bespoediging van de zaak. De heer Van Mierlo acht de besproken aangelegenheid van zoo groot gewicht, dat zij, behoudens allen eerbied voor de kunde en den ijver van den heer Schotelwel nader met nauwgezetheid mag overwogen worden. Spreker appuieert dan ook het voorstel van den heer Pels Rijcken. De voorzitter zal zich niet verzetten tegen den wensch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 177