178 30 November 1889. om de stukken in handen te stellen van de commissie voor de waterleiding, zooals hij reeds aanvankelijk heeft doen blijken. Alleen bespoediging van de zaak boezemt den voorzitter belang in. De heer Heijlaerts zegt, dat eene dubbele reden aanwezig is om de stukken aan de commissie voor de waterleiding te verzenden: eerstens, omdat die commissie niet gedefun- geerd heeft, en tweedens, omdat het belang der zaak mede brengt, dat zij opnieuw a tète réposée worde nagegaan. Spreker is er derhalve vóór, dat de stukken worden in handen gesteld van voormelde commissie. De voorzitter meent, dat de bezwaren, welke de heer Heijlaerts op het oog heeft, van technischen aard zijn. De heer De Booy is van oordeel, dat de hoofdvraag is: Heeft de commissie gedefungeerd of niet? Zoo niet, dan had z. i. de heer Schotel in aanraking moeten gesteld worden met de commissie. De voorzitter herhaalt, dat hij in de meening heeft ver keerd, dat de commissie in haar rapport de conclusie had gelegdom hare werkzaamheid te eindigen. Naar sprekers gevoelen is het niet wenschelijk al het tot dusver verrichte te niet te doen, waaruit toch de noodzakelijkheid zou geboren worden naar een ander terrein om te zien. Daarom wenscht hij zich neer te leggen bij het aanbod van den Minister. Overigens is spreker er niet tegen om de stukken aan de commissie te verzenden, mits hem niet ten laste gelegd worde, dat de zaak zijnerzijds niet bespoedigd wordt. Vervolgens wordt het voorstel van den heer Pels Rijckenom de voorgelezen missives te stellen in handen van de commissie voor de waterleidingin hoofdelijke stemming gebracht, waarvan de uitslag isdat het met algemeene stemmen wordt aan genomen. Namens burgemeester en wethouders wordt door den voorzitter den raad aangeboden bestek en tarief, waarnaar zal worden aanbesteed het uitvoeren van werken en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 178