30 November 1889.
179
doen van leveringen voor het onderhouden der gemeente
werken en inrichtingen van 1 Januari tot en met 31 De
cember 1890.
De voorzitter stelt voor dit stuk, volgens gebruik,
te verzenden aan de bouwcommissie, waartoe zonder
hoofdelijke omvraag besloten wordt.
Door den heer Smits wordt, namens de commissie belast
geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten
en uitgaven van het oude-mannenhuis te Breda, voor den
dienst van 1890, het volgende verslag uitgebracht:
»Uwe commissie, benoemd in de raadsvergadering van
»23 November jl.en belast met het onderzoek der begrooting
»van inkomsten en uitgaven van het oude-mannenhuis alhier
»over 1890 heeft de eer aan Uwe vergadering voor te
«stellen die begrooting goed te keuren
»de ontvangsten tot een bedrag van 10656,54®
»de uitgaven 8698,
«Batig saldo 1958,54®
(get.) F. BACKER.
W. G. H. ROMBOUTS.
ANT. SMITS.
Breda, 30 November 1889.
De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid
haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en
stelt voor, overeenkomstig de conclusie van het
rapportde aangeboden begrooting goed te keuren
waartoe zonder hoofdelijke omvraag besloten wordt.
De heer Guljé, als lid der commissie voor het
oude-mannenhuis, is buiten stemming gebleven.
Alsnu brengt de voorzitter in behandeling de begrooting
van ontvangsten en uitgaven der gemeente Breda voor den
dienst van 1890 en stelt voor de orde te volgen van het
deswege ingekomen rapport.
De heer De Booy acht zich verplicht zijn standpunt bij