186
30 November 1889.
zegt spreker in herbergen aan agenten van politie sterken
drank te schenken, doch zij bevinden zich meer in de kroeg
dan op straat. Spreker verwijst naar andere gemeenten
alwaar betere tucht bestaat, o. a. te 's Bosch.
De voorzitter herhaaltdat hem geen klachten bekend
zijn.
De heer Rombouts meent den heer De Booy in zijne
bewering te moeten steunen. De agenten van politie zegt
spreker maken zeer druk gebruik van de kroeg, zelfs
op beurtende een gaat er in en de ander staat te
wachten.
De voorzitter kan al die beweringen niet aan
nemen. Het bezoeken der herbergen door de politie
beambten kan ook in verband staan met hunnen
dienst. Overigens zou bij bepaalde feiten wenschen
te vernemen.
Niemand der leden verlangt verder hieromtrent
het woord,
Hoofdstuk I, art. 13, litt. a. In ééne sectie wordt voor
gesteld eenen hoofdopzichter te benoemen, die speciaal belast
is met het toezicht op de publieke werken en wegeneen prac-
tisch man mei een weinig theoretische kennis, opt eene jaarwedde
van f 900. Deze persoon zal tevens belast zijn met de ge
meente-reinigingonder toezicht van den architect. Hij zal
daarvoor genieten de helft van de percentage, thans door eerst-
gemelden genoten.
De voorzitter meent dat dit punt wel eene afzonderlijke
behandeling verdient, doch is bereid hel over te brengen
bij de commissie voor de gemeente-reiniging.
De heer Heijlaerts erkent den architect als een bekwaam
man, doch acht hem al te zeer met werkzaamheden over
laden. Zou iemand aangesteld worden als in het rapport
bedoeld wordt, dan zou het werk vlugger en beter worden