30 November 1889. 189 Alleen voor het geval zegt de heer Smits dat de verordeningen werkelijk zullen herzien- en dientengevolge gedrukt worden. De heer Rombouts wijst op art. 178 der gemeentewet. Na eene opmerking van den voorzitter, dat dit artikel enkel doelt op strafverordeningen, vraagt hij, of ook stem ming ten aanzien van dezen post verlangd wordt. Algemeen wordt die vraag in ontkennenden zin beant woord, terwijl de heer Heijlaerts daaraan toevoegt, dit als later verbooging van den post mocht noodig blijken, daarin alsdan bij af- en overschrijving kan voorzien worden. Hoofdstuk II, art. 8. Men vraagt waarom in '1888 is uitgegeven f 245,53 en in 1889 slechts 45; waarom dan voor 1890 weer zooveel als in 1888? De heer Guljé merkt op, dat in 1889 niet f45 is uit gegeven, maar die som enkel voor den dienst van dat jaar begroot is, terwijl in de meerdere uitgaaf door af- en over schrijving is voorzien bij raadsbesluit. Hoofdstuk II, art. 11. Achter de woorden hopenbare wegen moet gevoegd worden ven voetpaden Deze bijvoeging ondervindt geen bezwaar. Hoofdstuk III, art. ld. In alle sectiën wordt dringend verzocht den urinoir bij den ingang van het Valkenbergwiens kwalijk riekende uitwaseming en vieze omgeving een steen des aanstoots zijn voor eiken bezoeker onzer geliefde wandelplaats te verplaatsen en zooveel mogelijk achteruit te brengen. Aan gezien nu de toegang, daar ter plaatse, tot het Begijnhof is vervallen, bestaat daartoe alle gelegenheid. Algemeen werd ten hoogste afgekeurd, dat de urinoirs tot aanplakborden worden gebezigd. Ware zulks nietd. i. bestonden er meerdere afzonderlijke aanplakborden, dan zou zeker menig zedekwetsend tooneel ivorden voorkomen. Men wenscht daarom den post met f 200 te verhoogen. 16

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 189