30 November 1889. 197 De voorzitter vraagt of iemand der leden bedenking heeft tegen dit voorstel. Dit niet het geval zijnde, wordt dienovereenkomstig besloten. Gekomen aan Hoofdstuk IV, art. 1. Kosten van onder houd van het gemeentehuis, stelt de heer Rombouts voor, dien post met ƒ300 te verhoogen, tot restauratie van de voorzaal. De heer Guljé maakt spreker indachtig, dat deze zaak reeds geregeld is bij Hoofdstuk II, art. 2. Hoofdstuk III, art. 7. De voorzitter deelt mede, dat nog is ingekomen eene missive van de Commissie van beheer over de Stedelijke Gasfabriek te Breda, dato 29 November 1889, waarin den raad wordt voorgesteld aan den directeur der gasfabriek den heer Dr. Neurdenburg, eene personeele jaarlijksche toe lage van f500 toe te kennen. Niet alleen zoo wordt in die missive gezegd de buitengewone werkzaamheden bij de gewijzigde inrichting en bij de uitbreiding der fabriek, maar ook de vele goede diensten voortdurend door den directeur bewezen, zijn aanleiding tot dit voorstel. De heer Rombouts moet den raad ontraden voor 't oogen- blik in het voorstel te treden. Spreker koestert de meening, dat de tegenwoordige directeur der gasfabriek later ook directeur van de waterleiding zal wordenen bij deze com binatie van ambten acht spreker het wenschelijk het voor stel aan te houden De voorzitter maakt opmerkzaam, dat de heer Neurden burg den geheelen tegenwoordigen bouw geleid heeft en nooit daarvoor eenige vergoeding ontvangen heeft. De heer Klep prijst het voorstel krachtig aan. Deze ge meente zegt spreker bezit in den heer Neurdenburg een directeur, zooals weinigen elders worden aangetroffen. Zijn verdienstelijk optreden te Amsterdam in een quaestie van technischen aard is bekend. Wanneer zoo iemand nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 197