NOTULEN
GEMEENTERAAD VAN BREDA.
12 Januari 1889.
der vergaderingen van den
Tegenwoordig de heeren: Guljé, Marijnen, Backer,
Van Hal, Klep, Van Dongen, De Booy, Pels Rijcicen,
Smits, Rombouts, Nelissen, Van Dam, Van Mierlo,
Vreede, Van Aken, Heijlaerts en De Man, voorzitter.
Niemand der leden is afwezig.
De voorzitter verzoekt den secretaris voor te lezen de
notulen der vergadering van den 22sten December 1888.
Nadat hieraan voldaan is, vraagt de voorzitter, of ook
aanmerkingen zijn op de voorgelezen notulen.
De heer De Booy daarop het woord nemende, toetst
naar aanleiding van het voorgelezene omtrent het adres
van A. C. van Gils het punt ter zake van den onder-
handschen verkoop van grond aan de Vereeniging «Concordia,"
aan het dienaangaande verhandelde in de vergaderingen van
26 Mei 1888 en volgende, en herinnert, dat toen ge
bleken is, dat de grond ten behoeve der Ambachtsschool
moest behouden blijven. Spreker zou wenschen dat de
besprekingen bij gelegenheid van voornoemd adres, die hij
herhaalt, duidelijkheidshalve meer uitvoerig in de notulen
omschreven wierden.
Hierover ontstaat eenig debat, waarbij den heer De
Booy de zaak wordt toegelicht.
1