204 4 December 1889. terugkomen. Van een pulsometerwaarvan gewaagd wordt in het rapport, heeft hij reeds vroeger gesproken; maar eigenlijk ziet hij niet zoo groot bezwaar er in, om de tot nu toe gevolgde wijze van wateraanvoer tijdelijk voort te zetten. Zelfs kon het materieel der brandweer in gebruik gesteld worden. Een Haliday-molen kan hij niet aanprijzen en het allereerste plan zegt spreker om den vijver te verbinden met de buitengracht, is een onzinnig idee. De heer De Booy kan het bestendigen van den toestand, zooals Je heer Van Hal wenscht, niet goedkeuren. Aan de nu bestede arbeidskrachten biedt de Haliday-molendie niet meer dan zeshonderd gulden zal kosten, een aequi- valent, terwijl hij later kan gebezigd worden tot vulling van sproeiwagens, die spreker noodzakelijk acht. Voor hem is de quaestie niet zoozeer van technischen maar meer van ünantieelen aard. Den heer Van Hal is de Haliday-molen niet bekenddoch hij heeft geen zekerheid en in het rapport blijft dit punt onbesproken dat al kunnen daarmêe in den tuin van den heer Lips eenige perken besproeid worden, hij een genoeg zaam sterken motor bezit om voor het beoogde doeleinde dienstig te zijn. Overigens verklaart spreker niet tegen sproeitonnen te zijn. Hij acht besproeiing integendeel een werkelijk genot en heeft reeds vroeger op het nut daarvan gewezen. De heer Pels Rijcken zegt, dat één feit vaststaat, dat er in den vijver waterverlies is. Spreker vraagt: wat is daarvan de oorzaak alléén verdampingof is er een lek Het onderzoek of de bodem water doorlaat, zou kostbaar zijn. Bij de bestaande onzekerheid alzoo, zou de raad z. i. wèl doen met het middel tot voorziening in den toestand af te wachten, nl. de waterleiding. Sprekers gevoelen is dan ook het besluit op te schorten en inmiddels het tot dusver gebezigde middelhoe gebrekkig ookte bestendigen. De heer Klep is het met den heer Pels Rijcken niet eens, want men loopt dan gevaar, dat er nog wel twee jaren zal moeten gepompt worden. De kosten van aanschaffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 204