4 December 1889. 207 wordt het doel niet bereikt. Sproeiwagens te bezigen is kostbaar, wanneer ze uit de pomp moeten gevuld worden. Alles overwegende, is de voorzitter van oordeel, dat het meest raadzaam zal zijn de waterleiding af te wachten. Ook wordt de leemlaag dichter in den vijver, een gevolg van de drukking van het water. Al moge nu het pompen in het rapport belachelijk genoemd worden eene uit drukking, merkt de voorzitter op, die niet parlementair is, spreker geeft in overweging, zooals hij reeds heeft doen kennen, de waterleiding af te wachten, welke naar eisch in den gebrekkigen toestand zal voorzien. Verschillende leden zeggen, dat dit nog wel twee jaren duren kan. De voorzitter meent, dat een Haliday-molen wel een sie raad kan zijn, doch ook wel eens de kracht van den wind kon missen. In verband met dit punt wordt de discussie tusschen den voorzitter en den heer Heijlaerts eenige oogenblikken voort gezet, waarbij o. m. de eerste staande houdt, dat de Hali day-molen wel eene opvoerende maar niet eene voortstuwende kracht bezit, en door den tweede betoogd wordt, dat de molen, met een reservoir in de hoogte, genoegzaam water- aanvoer krijgt, en zelfs op eene vlakte kan geplaatst wor den. De kracht van propulsie zegt spreker staat in reden van de hoogte van den molen, terwijl het reservoir niet zoo groot behoeft te wezen, omdat de molen zelf voort durend water oppompt; er tevens op wijzende, dat de be sproken molen bij den heer Lips omgeven is van boomen en het aldaar aangebrachte reservoir altijd met water bezet is. De heer Nelissen gevoelt zich gedrongen de wenschelijk- heid uit te spreken, dat de gazons en grasperken in het Valkenberg, die er vaak zoo verdord uitzien, gedurende de zomermaanden besproeid worden, en dat kan nu niet ge schieden zegt spreker. Daarom wenscht hij burgemeester en wethouders uit te noodigen, in verband met het middel ter betere voorziening in het waterverliestevens te trach ten in de besproeiing van het Valkenberg te voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 207