208
4 December 4889.
De voorzitter herinnert, dat in de vorige vergadering be
sloten is om de stukken te stellen in handen van de commissie
voor de waterleiding, en neemt hieruit aanleiding voor te
stellen, om ook het onderhavige punt te onderwerpen aan
het oordeel dier commissie.
De heer Heijlaerts ondersteunt dit voorstel, dat
vervolgens, zonder hoofdelijke stemming, wordt aan
genomen.
Hoofdstuk VI, afd. 1, art. 1. Er zijn geen jaarwedden
uitgetrokken, zoo meende men in e'éne sectie, voor het eventueel
aan te stellen personeeldat onderwijs zal geven in de meisjes
school in de Eindstraat. Daar toch waarschijnlijk deze school
in Augustus zal geopend worden, is men van oordeel, dat eene
som van ƒ1500 zal moeten uitgetrokken worden. Voorts moet
voor de eerste school f 200 meer worden opgegeven, als zijnde
met even zooveel het salaris van den heer Tromp verhoogd.
De voorzitter doet opmerken, dat de school pas gebouwd
is en er ook nog niet eene verordening is vastgesteld. Eerst
zou spreker willen afwachtenhoedanig de school zal wor
den ingericht, waaromtrent nog niets bepaald is. De be
slissing laat de voorzitter echter gaarne aan den raad over.
Wat de verhooging van den post met ƒ200, ten behoeve
van den heer Tromp aangaat, dat heeft van-zelf het des
wege bestaande besluit ten gevolge, dat genomen is toen
de begrooting reeds ontworpen was. Te dezer gelegenheid
deelt de voorzitter mede, dat is ingekomen een schrijven
van de commissie van toezicht op het lager onderwijs in
deze gemeente, waarbij wordt voorgesteld onverwijld eene
oproeping te doen voor twee onderwijzers aan de school van
den heer Van Wiechen, welke bij haren overgang naar de
Boschstraat zal vermeerderd worden met twee klassen,
namelijk 8 in stede van 6, en stelt dientengevolge den raad
voor, burgemeester en wethouders te machtigen voormelde
oproeping te doen. Tot inlichting dient zegt de voor
zitter dat voor één onderwijzer bereids een post op de
begrooting is gebracht.