216 4 December 1889. De lieer Heijlaerts spreekt het vermoeden uit, dat door het muziekkorps reeds aan den wensch in het rapport neer gelegd is tegemoet gekomen en zijne openbare uitvoeringen vermeerderd heeft met die in het »Hof van Holland". De voorzitter vraagt, of men de som wil behouden of niet? Behouden antwoordt de heer Heijlaerts. De heer De Booy vraagt, in hoe verre het gemeentebe lang betrokken is bij de op de begrooting gebrachte som van 1500, wegens toelage aan het muziekkorps der schut terij Dikwerf zegt spreker is het korps in gebreke gebleven openbare uitvoeringen te geven. Als men 't nare kent, komt men tot 6 uitvoeringen -(- 2 inspecties, want zelden gaat 't korps wandelingen meê makenmaar aan genomen zelfs dat 10 uitvoeringen worden gegeven, dan kost nog ieder uitvoering aan de gemeente 150. Bij de toegekende toelage wenscht spreker dat het publiek belang zal gebaat zijn. De voorzitter zegt, dat de heer De Booy het bekende: sl'art de poser les chiffres" goed verstaat. Geheel buiten berekening worden door hem gelaten de repetitiën en be reidwillige diensten. De heer Heijlaerts beweert, dat de heer De Booy ver beneden het werkelijke cijfer der uitvoeringen blijft. Er zijn zegt spreker 12 openbare uitvoeringen, behalve dat het korps de schutterij vergezelt op hare wandelingen en het uitvoeringen geeft in het sHof van Holland", zooals hij boven reeds aantoonde. Hierna wordt goedgevonden den post onveranderd te behouden. ONTVANGSTEN. Hoofdstuk II, afd. 2, art. 1. In ééne sectie werd de wenschelijkheid betoogd, dat de kohieren wat vroeger in 't jaar werden ingediend. Ook wordt het dagelijksch bestuur uitgenoo- digd de leden van den gemeenteraad voortaan kennis te geven wanneer de zittingen tot het opmaken der kohieren zullen plaats hebbenopdat zij daarbij kunnen tegenwoordig zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 216