224 4 December '1889. »Die gunstige uitzondering schijnt in de vijfde voorwaarde «weer eenigszins te worden ingetrokkendoor de in den «aanhef voorkomende woordenzoowel bij den aanleg der «voor de waterleiding noodige werken als bij eventueele «uitbreiding dier werken moet de gemeente omtrent tijd en «plaats in overleg treden met de militaire autoriteiten. Die «woorden «bij den aanleg" trekken den in de derde voor- «waarde uitgezonderden zuidwesthoek, van het perceel sec- «lie I, n°. 138, weder onder den regel. «Dit ware te voorkomen door in de vijfde voorwaarde «vooraf te laten gaan ««Behoudens het bepaalde in de tweede zinsnede van de ««derde voorwaarde omtrent de in den zuidwesthoek van ««het perceel sectie I, n°. 138 ten behoeve van de water- ««leiding te stellen gebouwen," moet de gemeente enz. «Meer bezwaar heeft bij de commissie ontmoet de be spaling der zesde voorwaarde, namelijk dat binnen 200 «meter van de west- en van de zuidgrens van den in erf- «pacht uit te geven grond geene putten of open water sleidingen mogen worden gemaaktnoch buizen worden «gelegddie ter plaatse waar zij leggen water aan den «grond onttrekken; eene bepaling, waarschijnlijk daarin ge- «bracht om aan de denkbeeldige bezwaren van de omliggende «landbouwers tegemoet te komen. «De heer ingenieur Schoteldie zijne beschouwingen in «zijnen eersten brief van 27 November jl, daaromtrent had «gereserveerd, zegt daaromtrent in zijne latere missive van «28 November jl. ««Hoewel tengevolge van die bepaling eene wijziging zal ««moeten gebracht worden in de richting van de prise »»d'«aw-leidingenbestaat daarvoor in hoofdzaak niet zoodanig ««bezwaar, dat ik u de aanneming der voorwaarden zou ««moeten ontraden."" «Bezwaar is er derhalve: onder anderen ligt de gemaakte «put zoowel ten zuiden als ten westen binnen de grens «van 200 meter en moet in de geprojecteerde richting «der prise tfeaa-leidingen eene wijziging worden gebracht;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 224