'244 14 December 1889. niet verlorenhij diende alleen om den stroom van het water te leeren kennen en kan dienstig blijven. De heer Van Beusekom zal almede blijven gekend worden, doch deze kan niets toezeggen en blijft afhankelijk van den minis ter, tegenover wien hij niet te ver kan gaan. De heer Nelissen meent, dat de raad op uitvoerend ge bied gaat treden en geeft in overweging om burgemeester en wethouders te machtigen met den Minister van Financiën te onderhandelen. Spreker weet niet, of wel meerdere con cessies zullen te verkrijgen zijndoch in alle geval behoort een lid van het dagelijksch bestuur meê te gaan. De heer Pels Rijcken verklaart de zienswijze van den heer Nelissen niet te deelen. Er is door den raad e^e commissie van voorbereiding benoemdzoodat er geen conflict bestaat. Spreker handhaaft zijn voorstel, dat de raad besluite, dat door een landmeter, in overleg met den heer Schotel, het terrein zal afgebakend worden, en dat vervolgens de com missie zich zal begeven naar den Ministerter mondelinge bespreking van de zaak. De heer Van Mierlo wenscht nadrukkelijk er de aandacht op te vestigen, dat noch de president der commissie, noch een lid van het dagelijksch bestuur, uit eigen wil zich naar den Haag zullen begeven, maar zij speciaal daartoe een mandaat verlangen van den raad. De heer Vreede ondersteunt het voorstel van den heer Pels Rijcken. Z. i. wijst dit den eenigen weg aan om het ge- wenscht resultaat te verkrijgen. Ook de heer De Booy verklaart zich met de zienswijze van den heer Pels Rijcken te vereenigenmaar niet zegt spreker kan hij den heer Nelissen toegevendat getreden wordt op uitvoerend gebieddewijl alles wat geschiedt enkel nog is voorbereiding der zaak. Vervolgens brengt de voorzitter het voorstel van den heer Pels Rijcken in hoofdelijke omvraag, waarvan de uitslag is, dat het wordt aangenomen met 13 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de heeren: Backer, Heijlaerts, Vreede, Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 244