2 12 Januari 1889. Hierna trekt de heer De Booy zijn voorstel in, opgrond van het gesprokene door den heer Pels Rijckendie heeft doen opmerken, dat de notulen niet zijn een stenographisch verslag en bijgevolg niet alle wederzijds gebezigde woorden die van geen invloed zijn op de beraadslagingen over het onderwerp, daarin behoeven te worden opgenomen. Vervolgens vraagt de voorzitter, of nog andere leden iets omtrent de notulen hebben in het midden te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden zij goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter gevoelt zich genoopt bij den aanvang des jaars dankbaar te erkennen de hem betoonde welwillend heid, en spreekt, in hope dat het ieder lid in zijnen kring zal welgaan, de beste wensehen uit voor het welzijn van Breda in 1889. Deze toespraak wordt door teekenen van goedkeuring gevolgd. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken 1°. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, dato 20 December 1888, G, n°. 67/39, houdende goed keuring van de gevraagde wijziging der begrooting over 1888, tot dekking der uitgaaf wegens het stichten van een schoolgebouw, groot 20,500. Op voorstel des voorzitters wordt besloten bedoeld besluit aan te nemen voor kennisgeving en verder ter uitvoering te verzenden aan burgemeester en wethouders. 2°. Besluit van Gedeputeerde Staten voornoemd, dato 31 December 1888, G, n°. 92/53, houdende goedkeuring van de gevraagde machtiging om over den post «onvoorziene uitgaven" der begrooting over 1888 te beschikken tot een bedrag van ƒ19,84, ten einde af te lossen eene geldrent groot f 0,70 en eene zelfde groot ƒ0,54. Wordt besloten als voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 2