16 Februari 1889.
35
maakt in de voorbedoelde pensioen-verordening. Voorts
wordt in het rapport verklaard dat geene bepaalde conclusie
wordt voorgesteld, als dienende het advies op een aan
heeren burgemeester en wethouders ingediend verzoekschrift
en dientengevolge het bestuur vermeent, dat de beslissing
aan voornoemd college moet worden overgelaten.
De voorzitter wenscht dit rapport ter visie te leggen
doch de heer Pels Rijcken meent, dat dit punt wel afge
daan kan worden.
Nadat daarop de voorzitter deze zaak aan de orde ge
steld heeft, vraagt de heer Pels Rijcken, hoe dit onder
werp, waaromtrent het rapport geen conclusie bevat, in
den raad komt, terwijl het adres gericht was aan burge
meester en wethouders.
Te dier zake geeft de heer 'Van Mierlo inlichtingwaarna
de heer Pels Rijcken te kennen geeft, dat hij instemt met
het gevoelen der commissie, dat op het eenmaal verleende
pensioen niet kan teruggekomen worden.
Daarop stelt de voorzitter voor, afwijzend op het
verzoek te beschikken, overeenkomstig welk voorstel
wordt besloten.
3°. Namens de bouwcommissie, in wier handen gesteld
zijn bestek en voorwaarden van de te bouwen meisjesschool.
De begroote kosten kwamen der commissie wel wat hoog
voor, doch, volgens den gemeente-architect, bestaat er ver
moeden, dat die kosten wel wat minder zullen zijn, zoodat
tot goedkeuring wordt geadviseerd.
Op voorstel des voorzitters wordt dienovereen
komstig besloten.
4°. Namens de bouwcommissie, in wier handen gesteld
is eene ontwerp-teekening met begrooting tot het verbouwen
der bestaande vischmarkt. De commissie kan niet instem
men met dat ontwerp, uithoofde van de vele kosten die
daaraan verbonden zijn, en draagt dientengevolge, in over-