38
16 Februari 1889.
Dit ligt zegt de heer Pels Rijcken in de bedoeling
van zijn voorstel.
Diensvolgens herhaalt de voorzitter wordt de be
slissing der zaak voorloopig opgeschort, waaraan de raad
eenparig zijne goedkeuring hecht.
Alvorens de voorzitter de vergadering sluit, vraagt en
verkrijgt alsnog de heer Rombouts het woord.
Spreker zegt, dat hij de indertijd door hem gevraagde en
door burgemeester en wethouders aan den raad overgelegde
lijsten van kinderendie op de kostelooze scholen geplaatst
zijn, gelezen heeft en dat hij heeft bespeurd, dat er een
45-tal onder is, wier ouders in den hoofdelijken omslag
zijn aangeslagen. Met genoegen gaat spreker voort
heeft hij gezien, dat burgemeester en wethouders voor het
vervolg op dien toestand zullen letten, maar hij zou wel
iets verder wenschen te gaan en burgemeester en wet
houders willen uitnoodigenom wanneer de school aan de
Boschstraat zal in gebruik genomen worden, de kinderen,
wier ouders iets betalen kunnen en thans op de kostelooze
scholen onderwijs ontvangente doen plaats maken voor de
arme kinderendie thans reeds ten getale van een 50 zonder
onderwijs zijn.
De voorzitter is van oordeeldat deze zaakmeer dan
in den raad, t' huis behoort bij de schoolcommissie, die in deze
haar advies zou kunnen geven.
De heer Rombouts vermeent, dat de kostelooze scholen
zijn voor de armenen spreker acht het alzoo tegen den
geest der verordening dat andere kinderen hunne plaats in
nemen.
De voorzitter houdt staande, dat de heer Rombouts eene
zaak in den raad ter sprake brengt, die er niet in t'huis
behoort.
Hierna sluit de voorzitter deze vergadering.
De secretaris
A. R. VERMEULEN.
De voorzitter,
DE MAN.