46 6 April 1889. «alvorens Zijne Excellentie zijne medewerking zou verleenen «tot het beschikbaar stellen van domeingronden, voor de waterleidingswerken benoodigd. «Een ontwerp voor het aanleggen der waterleiding is «daarop door uwe commissie medegedeeld èn aan den Gou verneur der K. M. Academie èn aan den Kolonel-Comman- «dant van het 6de regiment infanterie. «Van eerstgenoemde is daarop bij uwe commissie ingekomen «een schrijven van 13 September, dat Zijn HoogEdelGestr. «tegen het ontwerp geene bezwaren haden van laatstge- «noemde is bij uwe commissie een schrijven, mede van 13 «September, ontvangen, waarin als eenig bezwaar tegen het «ontwerp werd aangevoerd, dat voor de waterleiding in het «aangeduide terrein een kanaal zou worden gegraven, waar sdoor de militaire oefeningen en manoeuvres zouden worden «bemoeielijkt. «Dit bezwaar nu van den Kolonel-Commandant van het »6de regiment infanterie is opgeheven, doordien volgens «het verslag, nu door den heer ingenieur Schotel uitgebracht, «in de hiervoor aangeduide terreinen geen kanaal zal gegraven «worden, maar het water aldaar door buizen onder den grond «zal worden geleid. «Èn aan den Generaal-Majoor, Gouverneur der K. M. «Academie, èn aan den Kolonel-Commandant van het 6de «regiment infanterie, is door uwe commissie een gedrukt «exemplaar van het verslag van den ingenieur Schotel bij «brief toegezonden, met beleefd verzoek van hen te mogen «verkrijgen een schriftelijk antwoord, met vermelding, dat «de vroeger geopperde bezwaren niet meer bestaan en zij «alzoo tegen de geprojecteerde waterleiding niets hebben in «te brengen. «Aan dit verzoek is door beide die autoriteiten bereid- willig voldaan. Bij uwe commissie zijn brieven ingekomen «van eerstgenoemde dd. 26 Maart jl., van laatsgenoemde »dd. 23 Maart 11., waarbij zij verklaren tegen den aanleg «der waterleiding, volgens de plannen van voormeld rapport, «geen bezwaren te hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 46