6 April 1889. 47 «Bij daarstelling van de waterleiding naar het project »van den ingenieur Schotelzal deze van af den door de «gemeente Breda van den Staat aan te koopen grond moeten «gelegd worden met buizen dwars door den grond waarop »de spoorbaan ligtonder door een wegbehoorende aan «de gemeente Oosterhout, genaamd de weg van Dorst naar «Seters, en voorts door den berm van den rijksweg van Dorst «naar Breda, zooals dit alles op de kaart, bijlage n°. 13 «van het rapport, te zien is. «Tot dit een en ander zal noodig zijn de vergunning van «den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van «den Directeur der Maatschappij tot Exploitatie van Staats- «spoorwegen en van het bestuur der gemeente Oosterhout. «De commissie adviseert den raad om burgemeester en «wethouders te verzoeken, dat zij zich tot Z. E. den Minister «van Financiën wenden, om, onder mededeeling dat van de «zijde der militaire autoriteiten geene bezwaren bestaan tegen het daarstellen van eene waterleiding op de perceelenge- «meente Oosterhout, sectie I, n03. 124, 136 en 138, die «perceelen van den Staat in eigendom te mogen bekomen «tegen een billijken prijs; voorts om zich te wenden tot «Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en «Nijverheid, en den Directeur der Maatschappij tot Exploitatie «van Staatsspoorwegen, tot het verkrijgen van de vergunning, «en tot het bestuur der gemeente Oosterhout, tot verkrijging «van het recht om de buizen voor de waterleiding te mogen «aanleggen zooals hiervoor is aangegeven. «Aldus gerapporteerd in de openbare vergadering «van den raad der geneente Breda, van den zesden «April 1889. !»J. H. VAN MIERLO, voorzitter. »A. PELS R1JCK EN. «Ed. GULJÉ. »J. J. NELISSEN. «F. BACKER."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 47