6 April 1889.
55
raad te doen beslissen en brengt dit vervolgens in hoofde
lijke omvraag.
De uitslag daarvan is, dat het voorstel der commissie
wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen.
Vóór waren deheeren: DeBooy, Backer, Marijnen, Guljé
Van Mierlo, Van Dam, Smits, Pels Rijcken, Vreede en
Heijlaerts.
légen de heeren: Van Hal, Van Dongen, Van Aken,
Rombouts en de voorzitter.
3°. Rapport der bouwcommissie omtrent den grond aan
de Fellenoordstraat.
De voorzitter herinnert aan het besluit der vorige verga
dering waarbij aan burgemeester en wethouders is opge
dragen te onderzoekenwie eigenaar of eigenaresse is van
het huis op den hoek van de Nieuwehuizen en Fellenoord
straat, en legt den raad over een extract van den perceels-
gewijzen kadastralen legger der gemeente Breda, waaruit
blijkt, dat eigenaresse van dat huis is Louisa Clasina Jansens,
weduwe van Louis Gauthier Wagelmans, te Breda.
De heer Van Aken meent, dat enkel moet uitgemaakt
worden, of de grond al dan niet zal worden verkocht. Wat
het huis betreft, daarvan heeft mej. Wagelmans enkel het
vruchtgebruik, zooals de heer Van Dongen kan bevestigen.
De heer De Booy beweert, dat het bewuste huis beslist
het eigendom is van mej. Wagelmans en legt tevens eenïgs-
zins de financieele verhouding bloot, welke tusschen haar
en hare familie bestaat.
De heer Van Mierlo herinnert aan 't rapport, dat den
ongeregelden toestand doet kennen, die ter besproken plaatse
bestaat en waarvan de conclusie is, eerst te weten, wat
met den grond zal geschieden vóór hij verkocht wordtopdat
geen gangetje of poortje ontsta. Spreker wenscht wel den
grond aan de weduwe Wagelmans te verkoopen, onder
voorwaarde, dat een ooglijke en geregelde toestand worde
gevestigd. En als zij daartoe niet kan medewerken, dan
acht spreker 't meest gewenscht tot latere gelegenheid te
wachten.