6 12 Januari 1889. De heer Pels Rijcken is er vóór, om de zaak dadelijk te behandelen. Het geldt toch zegt spreker enkel de beslissing, of de heer Van Lawick den heer Kuijten- brouwer kan vervangen. De heer Nelissen oppert de vraag, wanneer het tijdstip, waarop aan de voorwaarden der concessie moet zijn vol daan, vervallen is? Is dat tijdstip vervallendan leaner meent spreker niet van teruggaaf van het waarborg kapitaal, maar enkel van kwijtschelding spraak zijn. De heer Van Mierlo is van oordeel, dat de bedenking van den heer Nelissen niet allen grond mist. Bovendien geschiedt eenvoudig de overschrijving der concessie, dan is er niet een nieuwe termijn van uitvoering. Spreker wenscht eene nieuwe concessie te verleenen, met bepaling van den tijd binnen welken de concessie tot uitvoering moet ge bracht zijn. De heer Pels Rijcken zegt, dat er nu kans bestaat dat het werk zal uitgevoerd worden, waarbij het belang der gemeente betrokken is, zoodat vertraging, als het kan, moet vermeden worden. Spreker acht de opmerking van den heer Van Mierlo, omtrent de bepaling van den ter mijn van uitvoering, juist en blijft vóór de directe behan deling dezer zaak. De voorzitter deelt de zienswijze van den vorigen spreker en vraagt, of de raad genegen is, deze zaak onmiddellijk in behandeling te nemen, waartoe be sloten wordt. De heer Pels Rijcken schetst den zuiveren toestand der zaak. Het recht van den heer Ku ij ten brouwer is vervallen verbeurd zou zijn het door hem gestorte waarborgkapitaal. Maar er komt een nieuwe concessionaris, aan wien een nieuwe termijn van uitvoering zal gesteld worden en die het kapitaal Kuijtenbrouwer zal dekken. In het algemeen is spreker tegen teruggaaf, maar wanneer hij overweegt, hoe de heer Kuijtenbrouwer gedupeerd is geworden en de stroomtram Antwerpen voor hem eene ware lijdensgeschie-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 6