22 Juni 1889.
81
De lieer De Booy vraagt, of ook particuliere muziek-
vereenigingen en het muziekkorps der dd. schutterij zich
hebben laten betalen? Als zulks het geval is, zou spreker
dit betreuren, omdat het gold een bij uitstek nationaal feest,
terwijl ééne vereeniging het praedicaat voert van «Koninklijke"
en het voorbedoelde muziekkorps f 1500 subsidie van de
gemeente ontvangt.
De voorzitter antwoordt, dat er nu quaestie is van het
crediet en vraagtof de raad de uitgaaf van f 337,40 kan
goedkeuren.
De heer De Booy herneemtdat de raad dient te weten
op welke wijze de gelden worden besteed. Spreker acht
het zich ten plicht er tegen op te kornen, dat meerge
noemd muziekkorps, waaraan f 1500 subsidie verleend
wordt en welke schijnt te moeten dienen om op plaatsen
muziek te maken, waarvan het publiek geen gebruik kan
maken, zich bij een nationaal feest 15 laat uitbetalen.
De voorzitter zegt, dat het oordeel daarover aan de
commissie moet worden overgelaten, welke enkel een crediet
gevraagd heeft.
Vervolgens herhaalt de voorzitter zijne bovengestelde
vraagwaarop de uitgaaf van 337,40 en het daar
toe betrekkelijke ontwerp-besluit tot wijziging der
begrooting, wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke
stemming.
De heer Guljé, lid der feestcommissie geweest
zijnde, wenscht geacht te worden buiten stemming
te zijn gebleven.
7°. Missive van het burgerlijk armbestuur dezer gemeente,
van den 23sten Mei 1889, n°. 20, houdende toezending in
tweevoud der rekening en verantwoording dier administratie
over 1888, vergezeld van de daarbij behoorende bewijs
stukken.
De voorzitter stelt voor eene commissie te benoemen
tot onderzoek dier rekening.