22 Juni 1889. 85 Dit adres is gevolgd door een schrijven van adressant, waarin hij verzoekt zijne bovenbedoelde aanvraag als niet gedaan te beschouwen. Dientengevolge wordt voornoemd adres buiten behandeling gesteld. Tot hetzelfde onderwerp heeft betrekking zegt de voorzitter een adres van de heeren Rappard en Van Weel, dato 22 Juni 1889, pas ingekomen, waarvan de secretaris voorlezing doet. In dat adres geven adressanten, eigenaars der Bredasche melk inrichting alhier, te kennen, dat zij in Mei 1883 het verzoek gedaan hebben om in het Valkenberg een kiosk te plaatsen tot het per glas verkoopen van melk, spuitwater en limonades, doch dat toen daarop afwijzend is beschikt, omdat destijds het Valkenberg nog geen eigendom der gemeente was met verzoek alsnu hun vergunning te verleeuen tot het plaatsen van een kiosk in het Valkenberg. De voorzitter kan het inwilligen van het verzoek niet aanbevelenook ter wille van de gevolgen. De heer Smits meent, dat het verzoek niet zoo voet stoots moet versmaad worden. In andere plaatsen zegt spreker is gebleken, dat eene inrichting, als bedoeld wordt, zeer ten gerieve van kinderen en dienstboden strekt. Ook meent spreker, dat een kiosk op kleine schaal het Valkenberg niet zal ontsieren. De voorzitter wijst op de melkinrichting, welke in de nabijheid van het Valkenberg gelegen is, en doet tevens op merken dat er meerdere aanvragen zullen komen. De heer Van Mierlo ondersteunt het gevoelen van den heer Smitsen zou aan burgemeester en wethouders in overweging willen gevenom eene teekening der inrichting te vragen. De heer Rombouts is het eens met den voorzitter om afwijzend op het verzoek te beschikken. Wat men den een toestaat zegt spreker kan een ander niet geweigerd worden, 't Valkenberg is geen speelplaats, maar eene wan delplaats, en deze zou er onder kunnen lijden als daar in richtingen komen als waarvan in het adres gewaagd wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1889 | | pagina 85