i,-vi
22 Juni 1889.
93
aanmerkingen daarop gevallen zijn stelt de voorzitter
voor die rekening, bedragende in ontvangst en uit
gaaf de som van f 5491,81, goed te keuren, waar
toe zonder hoofdelijke omvraag besloten wordt.
De heeren Van Mierlo en Nelissen, alsmede de
voorzitter, uitmakende het bestuur van het Pensioen
fonds, zijn buiten stemming gebleven.
2°. De heer Rombouts brengt, namens de commissie tot
onderzoek der rekening van het Oude-mannenhuis over
1888, verslag daaromtrent uit, en deelt mede, dat de
commissie de rekening heeft nagezien en in orde bevonden,
weshalve zij den raad voorstelt die rekening, sluitende met
een hatig saldo van 2233,505goed te keuren.
Dienovereenkomstig wordt, op voorstel des voor
zitters besloten.
Buiten stemming zijn gebleven de heeren Guljé
en Marijnen, leden van het bestuur van het Oude
mannenhuis.
Vervolgens leest de heer Rombouts het volgende verslag
voor
«Uwe commissie, benoemd bij raadsbesluit van 6 April jl.
»tot het nazien der rekening en verantwoording der Bank
»van Leening alhier, heeft de eer daaromtrent te rappor-
»teeren
«dat zij de staten met de daarbijgevoegde bescheiden
»heeft gecontroleerd en in orde bevonden
«vertrouwende dat de post renteberekening, dien zij niet
«staven kan, door de commissie van beheer zal zijn juist
«bevonden
tÖj'
»dat de exploitatie een batig saldo voor de gemeentekas
aheeft geleverd van f 133,17, ter gedeeltelijke vergoeding
«der eventueel verschuldige rente van ongeveer ƒ617.
8