NOTULEN GEMEENTERAAD VAN BREDA. der vergaderingen van den 11 Januari 1890. Tegenwoordig de heeren: Van Aken, Van Hal, Van Dam, Van Dongen, Van Mierlo, Heijlaerts, De Booy, Pels Rijcken, Smits, Vreede en De Man, voorzitter. Afwezig de heeren: Guljé, Backer en Rombouts., met schriftelijke kennisgeving; alsmede de heeren: Nelissen, Klep en Marijnen. De notulen van het verhandelde in de vergaderingen van den 30sten November en den 4den December 1889 worden na voorlezing goedgekeurd. De voorlezing der notulen van het verhandelde in de vergadering van den 14den December 1889 wordt aange houden. De heer De Booy, het woord gevraagd en verkregen heb bende, verklaart dat het punt dat hij bespreken wil niet betrekking heeft op de notulen, maar betreft den deurwaar der, over wien reeds in vorige vergaderingen gesproken is. De voorzitter geeft den heer De Booy in overweging later zijne bezwaren in te brengen. De heer De Booy zegt enkel te willen wijzen op de juist heid zijner zienswijze in zake het in dienst zijn der gemeente van den deurwaarder van 'sRijks directe belastingen, met 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1890 | | pagina 1