4 Juli 1891.
101
a. de stukken ten deze te stellen in handen van de bouw
commissie met verzoek daaromtrent advies uit te brengenen
b. inmiddels een afschrift der ontwerp-voorwaarden te
doen circuleeren bij de raadsleden.
8°. Namens burgemeester en wethouders wordt door den
voorzitter aan den Raad voorgelegd een ontwerp-adres aan
Hare Majesteit de Koningin-weduwe, Regentes, strekkende
om opnieuw voor een zeker aantal jaren ontheffing te ver
krijgen van de verplichting tot het oprichten eener burger-
dagschool na den lsten September 1891, tot welken tijd
die ontheffing verleend is bij Koninklijk besluit van den
20sten September 1888, n°. 15.
Na voorlezing van dat adreswordt daaraan zonder
bedenking goedkeuring verleend.
9°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Noordbrabant
van den lsten Juni 1891, G, n'. 185/17o, 2de afdeeling,
3de bureau, te kennen gevende, dat blijkens de uitkomsten
der laatst gehouden volkstelling het aantal inwoners dezer
gemeente bedroeg 22176, dat artikel 4 der gemeentewet
voorschrijft, dat bij eene bevolking van dat cijfer de Raad
moet zijn samengesteld uit 19 ledenweshalve het aantal
raadsleden met twee zal behooren vermeerderd te worden;
wordende hierop voor zooveel noodig de aandacht van den
Raad gevestigd.
Deze missive wordt voor kennisgeving aangenomen.
10°. Missive van burgemeester en wethouders van Breda,
dato 11 Juni 1891, n". 412, houdende, ter vervanging van
den heer mr. H. A. van Mens, lid van het burgerlijk arm
bestuur, die bij diens periodieke aftreding op 1 Junijl., ver
zocht heeft niet meer in aanmerking te komenaanbeveling
als lid voornoemd van de heeren H. A. Sassen en C. N.
Laurijssen.