4 Juli 1891. 102 De voorzitter vraagt, of de Raad bereid is tot de be noeming over te gaan? Daarop wordt gestemd met gesloten briefjesbij de opening waarvan blijkt, dat zijn uitgebracht op den heer H. A. Sassen 14 en op den heer C. N. Laurijssen 3 stemmen. Weshalve benoemd is tot lid van het burgerlijk armbe stuur dezer gemeente de heer H. A. Sassen, en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 11". Missive van de commissie van toezicht op het Mid delbaar Onderwijs te Breda, dato 13 Juni 1891, daarbij berichtende, dat de voorgestelde maatregel, dat bij de aan stelling van leeraren aan de Hoogere Burgerschool voortaan de bepaling zal worden gemaakt, dat zij zich moeten ver binden voor elk cursusjaar, in het belang van het onderwijs wel wenschelijk toeschijnt, doch dat het der commissie voor komt, dat een dergelijke maatregel in de practijk zou blijken niet uitvoerbaar te zijn, daar voor zoover bekendis dergelijke voorwaarde aan geen enkele Hoogere Burgerschool wordt gesteld en zij dus goede elementen zou afschrikken voor de Bredasche Hoogere Burgerschool te solliciteeren. De voorzitter stelt voor, dit schrijven ter visie te leggen voor de leden, waartoe besloten wordt. 12°. Adres van H. Sluijters, dato 19 Juni 1891, ver zoekende aan hem in koop af te staan een gedeelte sloot achter diens erf, Ginnekenstraat, B, n°. 49, tegen eene zoo gering mogelijke vergoeding, dewijl de kosten van rioleeren en dempen reeds aanzienlijke uitgaven zullen vor deren. Op verzoek des voorzitters geeft de secretaris lezing van de ontworpen akte, waarna de heeren Van Mierlo en «Pels Rtjcken achtereenvolgens vragen, of de sloot ook nog eene uitwatering heeft en of er geen rechten van derden ver kort wordenwelke vragen door den voorzitter en den heer Guljé ontkennend worden beantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 102