104
4 Juli 1891.
De voorzitter stelt voor, bedoeld proces verbaal
aan te ueinen voor kennisgeving, waartoe besloten
wordt.
14°. Adres van eigenaars en bewoners van panden aan
de Nieuwe Ginnekenstraat, dato '22 Juni 1891, te kennen
gevendedat zij vernomen hebbendat bij den verkoop
der rijksgrondengelegen achter de huizen bij den Zuid-
Binnensingel, het aan de koopers zal vrijgelaten worden
daarop woningen te doen bouwen, zonder gehouden te zijn
aan eene bepaling ten aanzien der hoogte en verdiepingen
der huizen (twee verdiepingen van 8 Meter hoogte); dat
wanneer men daar b.v. huisjes onder eene verdieping zou
gaan zetten, dit niet alleen voor de daarvóór gelegen
woningen minder gewenscht zou zijn, doch zulks ook, van
de zijde van Ginneken komende, het gezicht op dat ge
deelte der stad bepaald zal ontsieren, weshalve wordt ver
zocht te zijnertijd wel de noodige stappen te willen doen
bij den Staat der Nederlanden, dat ook hier aan de ver
siering van een der schoonste stads gedeelten niet worde
te kort gedaan.
De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden aan bur
gemeester en wethouders.
De heer Nelissen vraagt, of het wel wenschelijk is aan het
verzoek van adressanten gevolg te geven?
De heer Van Aken meent, dat de tegenwoordige bewoners
hunne vrijheid aan de achterzijde hunner woningen gaan in
de waagschaal stellen.
De voorzitter licht zijn voorstel toe. Het doel is om te
zijner tijd op het adres te letten.
De heer Heijlaerts geeft in overweging den wensch ken
baar te maken om tegemoet te komen aan het verlangen
van verzoekers.
De heer De Booy zegt zich daar straks neergelegd te
hebben bij het voorstel tot verzending der stukken in zake
de telephoon naar de bouwcommissie, na verkregen in
lichting van den heer Guljé. Thans wil men het adres