4 Juli 1891.
106
bouwen. En nu toch de grond verkocht wordt, kunnen
ook daar mooie huizen gebouwd worden. Het is wel waar
dat hooge huizen voor den achterkant der bestaande woningen
niet wenschelijk zijn, maar ter wille van het ensemble is
spreker er voor tegemoet te komen aan het verzoek van
adressanten.
Om die reden zegt de voorzitter heeft hij voorge
steld de zaak te stellen in handen van burgemeester en
wethouders.
De heer De Booy wijst op het feit, dat in alle gemeenten
bij de stations de fraaiste gebouwen worden aangetroffen.
Hadde er alhier eene verordening op het bouwen bestaan,
dan zouden aan den parallelweg nabij liet station niet de
krotten kunnen gebouwd zijn, welke er zich thans bevinden.
Bij herhaling doet spreker het voorstel het adres orn advies
te verzenden aan de bouwcommissie.
De voorzitter is van meening, dat er nog niets aan het
oordeel dier commissie te onderwerpen is, handhavende
diens voorstel om het adres te stellen in handen van bur
gemeester en wethouders, met het doel te bekwamer tijd
te doen wat zal noodig blijken.
Daarop brengt de voorzitter bedoeld voorstel in stemming,
waarvan de uitslag is, dat dit verworpen wordt met 9 tegen
7 stemmen.
Vóór waren de heeren TeychinéGuljéVan Aken
VreedeVan DamBacker en de voorzitter.
Tegen de heeren Nelissen, Rombouts, Smits, De Booy,
Van Dongen, Klep, Pels Rijcken, Heijlaerts en Van Hal.
De heer Van Mierlovoorzitter der bouwcommissie
bleef buiten stemming.
Door verwerping van dit voorstel, zegt de voor
zitter, is het tweede aangenomen en zal alzoo het
adres verzonden worden aan de bouwcommissie, om
advies,