122
4 Juli 1891.
geregeld is liet gebruik van een gemeenteparkwant dat
in verschillende gemeenten, waar dergelijke parken zijn, de
regeling ook geheel verschilt, omdat rekening gehouden
moet worden met locale toestanden die zoozeer in gemeenten
kunnen verschillen.
De heer Nelissen, door het inzenden van zijn voorstel,
en door bijvoeging daaraan van de voormelde stukken, heeft
twee onderwerpen op het oog:
1. de daarstelling van gebouwen
2. de explotatie daarvan.
Ten bewijze nuhoeveel verschil er is tusschen locale
toestanden, verwijst uwe Commissie voor het eerste punt
daarstelling van gebouwen hiernaar, dat aangenomen
dat de omschrijving van het hoofdgebouw in het voorstel
conform is aan hetgeen te Maastricht bestaat, er in het
voorstel voorkomen overdekte warande'swaarvan niet blijkt
dat zij in het park te Maastricht bestaan.
En niet alleen daarin, maar ook in het geheel wordt het
onderwerp beheerscht door de locale behoefte, zoodat men
uit hetgeen elders bestaat niet redeneeren kanvoor hetgeen
hier zijn zal.
En wat aangaat de exploitatie, het komt der Commissie
voordat men thans welals er besloten zal worden
zekere gebouwen op te richten, daarvoor zekere regelen kan
vaststellendoch men zoo ver niet kan gaan om het copie-
contract, door den voorsteller overgelegd, in zijne bijzonder
heden te onderzoeken.
Na deze prsemisse zal uwe Commissie het voorstel van
den heer Nelissen in zijne onderdeelen onderzoeken.
Dit voorstel luidt
»1°. aan het Bestuur der Groote Sociëteit alhier kennis
»te geven, dat het bij het eindigen der huur van het af-
ngerasterd gedeelte van het Valkenberg de daarop staande
«gebouwen en getimmerten zal hebben weg te ruimen."
Met dit punt vereenigt zich uwe Commissie.