140 8 Augustus 1891. 5°. Missive van den heer II. A. Sassen alhier, dato 13 Juli 1891, berichtende dat hij, onder dankbetuiging voor het hem geschonken vertrouwenaanneemt zijne benoeming tot lid van het burgerlijk armbestuur in deze gemeente. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 6°. Missive van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda, dato 11 Juli 1891, n°. 958, daarbij aanbiedende de rekening en verantwoording van de aan de Kamer ver strekte gelden over het jaar 1890, bedragende: de ontvangsten. f 225,105 en de uitgaven. 155,35 zoodat in kas blijft. f 69,755. De voorzitter zegt, dat de rekening is nagezien en ver geleken met de overgelegde bewijsstukken, welk een en ander in orde is bevonden. Vervolgens vraagt de voorzitterof iemand der leden be denking heeft die rekening goed te keuren? Niemand voert het woord. Mitsdien wordt zonder hoofdelijke omvraag tot goedkeuring der voorbedoelde rekening besloten. De heeren NelissenVan Dam en Van Dongen respectivelyk voorzitter, secretaris en lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, ter vergadering tegenwoordig, wenschen geacht te worden niet aan dit besluit te hebben medegewerkt. 7°. Missive van de Commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs te Breda, dato 11 Juli 1891, houdende te kennengeven, dat het haar wenschelijk voorkomt, dat de titularissen C. H. Vos en H. Mulder, thans werkzaam voor den tijd van één jaar aan de hoogere burgerschool alhier respectivelijk als concierge en als amanuensisin hunne respective betrekkingen zullen worden gecontinueerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 140