8 Augustus 1891.
145
De heer Van Mierlo verzoekt ingelicht te wordenwaar
het verslag omtrent het pensioenfonds, waarvan sprake is
in de voorgelezen missive, zich bevindt?
De voorzitter zegt, dat dit door hem zal onderzocht
worden.
12°. Ontwerp-verordening voor den rooster van aftreding
der leden van den Raad dezer gemeente.
Na korte bespreking der voorgelezen verordening, geeft
de heer Pels Rijcken in overweging, dewijl de zaak wel
niet zoo urgent zal zijn, de bedoelde verordening bij de
leden te laten circuleeren.
De voorzitter stelt daarop voor, het aangeboden
ontwerp in circulatie te stellen, waartoe besloten
wordt.
13°. De geloofsbrieven van de heeren J. J. Nelissen, A.
0. J. Smits, W. G. H. Rombouts, J. A. van Aken, Mr.
A. 0. D. Pels Rijcken, P. A. F. de Bont, Mr. E. de Man
Ez. en H. A. Sassen, allen laatstelijk gekozen leden van
den Raad.
Op voorstel van den voorzitter, wordt eene commissie
van drie leden benoemd tot het onderzoek van de geloofs
brieven en het doen van verslag, waartoe door den voor
zitter, op verlangen van den Raad, worden aangewezen de
heeren Van Mierlo, Van Dam en Van Hal.
Deze commissie, zich tot dat einde verwijderd hebbende,
wordt de vergadering voor een oogenblik geschorst.
Het onderzoek afgeloopen zijnde, rapporteert de com
missie, bij monde van den heer Van Mierlo, dat de over
gelegde stukken in de vereischte orde zijn bevonden en
mitsdien tot de toelating van de voorgenoemde heeren wordt
geconcludeerd.
Vervolgens wordt, overeenkomstig de conclusie van
het rapport, besloten, de heeren J. J. Nelissen,
A. C. J. Smits, W. G. H. Rombouts, .T. A. van