148 8 Augustus 1891. het ruimen ven beerputten gereed komt om in dienst te worden gesteld, als wanneer de gemeente-reiniging in het bezit is, behalve van het klein materieel, van 12 vierwielige wagens, één sproeiwagen en 9 karren; met voorstel, dewijl dit alles onder dak behoort te worden gebracht en het lunetgebouw op de mestvaalt moet overkapt worden, die overkapping zoodanig in te richtep, dat daardoor aan eene zijde van het gebouw een afdak worde gevormdruimte aanbiedende voor 9 wagens; zullende de kosten ongeveer 1000 bedragen; onder overlegging van bestek en teekening. De heer De Booy stelt voor, aan de verdere behandeling der gewone zaken te doen voorafgaan de aangehouden zaken. Nog geen beslissing is genomen omtrent de gebouwen aan de Karnemelkstraathet paviljoen in het Valkenberg eDZ. alle welke zaken reeds meermalen op de agenda zijn ver meld geworden, De heer Van Mierlo komt in verzet tegen dat voorstel. Eerst toch moeten de gewone stukken behandeld zijn. Bovendien heeft hij nog twee verslagen uit te brengen waartoe spreker de stukken heeft voor zich liggen. Zijn er urgente zaken, dan moet er maar meermalen een ver gadering gehouden worden. Daarop wordt voortgegaan met de behandeling van punt 16. De overgelegde teekening wordt door de leden bezichtigd. De voorzitter vraagt, of de Raad besluiten kan het gedane voorstel goed te keuren? Niemand het woord verlangende, wordt dienover eenkomstig besloten. 17°. Missive van de commissie tot voorbereiding van een scheepvaartkanaal, gedagteekend Breda, 31 Juli 1891, te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 148