156
8 Augustus 1891.
2°. De bouwcommissie, in wier handen is gesteld het
adres van eigenaars en bewoners der Nieuwe Ginnekenstraat
te Breda, verzoekende bij den Staat der Nederlanden de
noodige stappen te willen doen, ten einde bij den verkoop
der rijksgronden gelegen achter de huizen bij den Zuid-
Binnensingel aan de koopers de verplichting worde opgelegd
daarop huizen te bouwen van twee verdiepingen met minstens
acht meters hoogte, heeft de eer daarop het volgende te
rapporteeren
De commissie moet er mede instemmen dat, wanneer
men aldaar van de zijde van Ginneken de gemeente Breda
nadert, deze zich sierlijker zal voordoen, wanneer het oog
valt op huizen van twee verdiepingen minstens acht meter
hoog, in plaats van op huizen van eenen minderen omvang
dit betreft echter alleen de huizen te bouwen langs den
Zuid-Binnensingel van de Nieuwe Ginnekenstraat af tot aan
de grensscheiding met Teteringen.
In dat bouwblok toch zijn onlangs aangelegd twee aarde-
banen, verbindende den Zuid-Binnensingel met de Lange
Markstraat.
De langs die aardebanen te bouwen woningen zullen alzoo
van de eene zijde worden gedekt en bedekt door de even-
genoemde huizente bouwen langs den Zuid-Binnensingel
en langs de andere zijde door de reeds gebouwde huizen
langs de Nieuwe Ginnekenstraat, zoodat het der commissie
voorkomt, dat de gevraagde bepaling voor de langs die
aardebanen te bouwen woningen niet noodzakelijk is, ja
eerder tot ongerief van de bewoners der gebouwde huizen
langs de Nieuwe Ginnekenstraat en der te bouwen huizen
langs den Zuid-Binnensingel zoude strekken: de tuinen, het
erf en geheel het achtergedeelte van laatstgenoemde huizen
toch zullen des te onvrijer worden hoe hooger de huizen
langs gemelde aardebanen worden opgetrokken.
De commissie vermeent alzoo, dat alleen aan het verzoek
van adressanten zal behooren te worden gevolg gegeven voor
zoover betreft de te bouwen woningen aan den Zuid Binnen
singel van de Nieuwe Ginnekenstraat af tot aan de grens
scheiding met Teteringen.