164 14 Augustus 1891. huldigt. Wel is waar gaat spreker voort heeft de zaak lang geduurd.- Maar men is niet achterlijk daarmee want eerst primo Mei waren de huren afgeloopen der pak huizen. De werkwinkel zal geen pompeus gebouw worden, stootend voor het gezicht. Zonder te willen reageeren tegen het voorstel van den heer Pels Rijcken, meent spieker evenwel, dat de beslissing over het overblijvende terrein naderhand kan plaats hebben. Urgent is dit nu niet. Z. i. past in het voorstel Nelissen alles in elkander. Spreker zou gaarne in beginsel het plan Nelissen zien aangenomen behoudens latere overlegging van teekeningen. De heer Pels Rijcken wijst op de strekking van diens voorstel, dat alles omvat, ook het terrein uitkomende aan de voormalige Ginnekenbrug. De heer Nelissen doet opmerkendat het voorstel-Pels Rijcken diens eigen voorstellen wat punt 1 en 2 betreft behelst. Het overige gaat verder. Maar spreker kan zich wel vereenigen met het verder gaande voorstel ten aanzien van het overblijvende terrein en trekt zijn voorstelwat aangaat punt 1 en 2, in. De voorzitter is van oordeel dat dit moeielijk gaat. Maar zegt de heer Nelissen de heer Pels Rijcken stelt hetzelfde voor. De heer De Booy zegt, dat de heer Van Hal een krans gevlochten heeft om het hoofd van den heer Backermaar wanneer hij gesproken heeft van het aesthetisch gevoel der bouwcommissie, dan heeft hij dit niet gedaan zooals de heer Van Hal dit heeft opgevat, waartegen hij alzoo protesteert. Protesten zegt de voorzitter worden niet in de notulen opgenomen. Vervolgens brengt de voorzitter het voorstel van den heer Pels Rijcken in stemming, dat met cilge- meene stemmen wordt aangenomen. v Nu nog zegt de heer Nelissen punt 4 en 5 zijner voorstellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 164